startpagina

Woorden kunnen warm en teer zijn, zacht en troostend en waar… Soms is hun betekenis heel diep verborgen. Lees en proef een woord, houd het in je handen en laat het heel voorzichtig neerdalen in je hart en daar een straal puur licht zijn, breekbaar als schelpen…

Je wordt een gelukkig en dankbaar mens,
als je leert kijken met je hart
naar het schone dat het leven biedt
en naar het goede,
dat ook in lijden geborgen ligt.
(Valeer Deschacht)

Jij schopte de bal vijftig centimeter
toen riep de meester: o, wat ver.
Jij schopte weer
toen vijf meter ver
Dankzij: o, wat ver.
(Ad Goos)

Een betrouwbare weg naar een nieuwe levensstijl:
grenzen erkennen bij jezelf en bij de anderen,
de grenzen van je effectieve draagkracht,
van je inzicht in alles, van je beperkte levensduur.
Maar toch steeds grenzen willen overschrijden
en klaar staan voor de mensenhand en voor die andere Hand,
die je over dode punten en brede sloten heen wil helpen.
(Jan Kerkhofs)

Alleen de dingen waarmee je sterven kan
hebben waarde om te leven.
En dat zijn er niet zoveel…
(onbekend)

De Heer zegt:
Wees maar niet bang. Ik heb je vrijgekocht.
Ik heb je een naam gegeven. Aan mij behoor jij toe.
Als je door het water moet gaan,
zal Ik bij je zijn en het water zal je niet deren.
Als je door het vuur moet gaan,
zal Ik bij je zijn en de vlammen zullen je niet verschroeien.
Als de storm aan jou schudt,
zal je niet begeven, want Ik zal bij je zijn.
Ik ben de Heer, jouw God en jij bent kostbaar in mijn ogen.
Jij bent het van wie Ik houd.
(naar Jesaja 43)

Deze weg tussen angst en hoop, ik zie geen kans om hem te ontwijken.
Het is mijn weg.
Maar ik ben bang. Toch moet ik de weg gaan die voor mij ligt, ten einde toe.
Het is mijn weg.
De angst moet ik overwinnen en de hoop nieuwe kansen geven…
Die weg, het is mijn weg.
(P. Klever)

Ik zit in de stille kamer en kijk voor mij uit.
Zoveel vragen spoken mij door het hoofd.
Zoveel onzekerheid schuilt er in mijn hart.
Angst en onzekerheid benemen mij de adem.
Wat zal er nog allemaal gebeuren? Wat is mijn lot?
En dan valt mijn blik op het venster…
in ieder venster is een kruis getekend…
een kruis in een zee van licht…
het zet mij aan het denken…
ik wil op de vlucht, mijn ogen zoeken een uitweg
en mijn blik valt op de grond en ik schrik.
De zon schildert een schaduw aan mijn voeten: een kruis!
Zelfs de zon zegt: dit is jouw leven, je kunt het niet ontwijken.
Je kunt kwaad worden, je kunt in opstand komen, je kunt erover klagen,
maar het is jouw leven en jouw kruis.
Kijk ernaar en draag het samen met de Heer.
Het zal zwaar zijn, het zal je pijn doen, maar je zal er nooit onder bezwijken.
(P.Klever)

Echt leven…
Wij zijn mensen van vandaag, mensen van onze tijd,
die thuishoren in deze maatschappij.
Een consumptiemaatschappij
waar kunstmatige behoeften geschapen worden,
waar wij graag en veel kopen,
waar wij alles zelf willen plannen en regelen,
waar niets zijn natuurlijke gang mag gaan.
Wij slikken pillen om te slapen en pillen om wakker te blijven,
pillen om de eetlust te wekken en pillen om de eetlust te remmen,
pillen om te kalmeren en pillen om opgewekt te worden.
Wij hebben geen tijd om ziek te zijn en verdriet hebben mag niet,
ook pijn en ongemak verdragen wij niet.
Wij hebben geen verstand meer van leven
en dikwijls draaien wij dol en zien "het" niet meer zitten.
Zo dikwijls doen wij het leven geweld aan
en verknoeien wat natuurlijk en goed is.
Heer, Gij hebt toch uw schepping gemaakt en gezien dat het goed was.
Gij hebt de mens gemaakt naar uw beeld en gezien dat het goed was.
Open onze ogen en breng ons tot inkeer.
Leer ons gezond te leven,
met tijd om te ademen, te kijken en te luisteren
en weer verwonderd te zijn over de kleine dingen van elke dag.
Leer ons gezond te leven,
met tijd om ziek te zijn en te herstellen
en ons te verheugen over het geschenk van ons lichaam.
Leer ons gezond te leven,
met tijd om verdrietig te zijn en blij te zijn,
met tijd om te wenen en te lachen.
Leer ons gezond te leven
en de moed hebben om te zeggen:
zo is het genoeg, dit gaat te ver, dat is teveel.
Geef ons de moed
om ons niet te laten meesleuren in de draaikolk en de wervelstorm
van wat "hoort" en "moet".
Leer ons de ontdekken
wat echt leven is en van wat samen-leven is.
En dan zult Gij kunnen zeggen: dat het goed is.

Wie roept zal gehoord worden…
Je voelt je alleen, aan je lot overgelaten, in de steek gelaten.
Golven van verdriet gaan over je heen, angst om de toekomst beklemt je.
Je weet niet waar je uit zult komen en alle houvast glijdt weg.
Waar je zolang tegen gevochten hebt, ontglipt je.
Je bent onbereikbaar geworden voor hulp,
enkel nog een klein en angstig mensenkind dat om hulp schreeuwt…
Hoe klein, broos en kwetsbaar kan een mens zijn… als een stuurloos bootje,
heen en weer geslingerd door de golven van de levenszee.
Alleen één ding kan je nog: roepen om hulp.
Roepen: zie mij, hoor mij, begrijp toch wat er in mij omgaat…
Roepen tegen de wanhoop in.
Roepen tegen de storm in.
Roepen tegen de wind in.
Roepen met al de kracht die in je is en hopen dat je gehoord wordt.
Want roepen is hopen.
Hopen dat de ander wakker zal worden.
Hopen dat er toch één zal zijn die je hoort, iemand die je nood begrijpt.
Wie roept, vertrouwt in zijn wanhoop en ellende dat er toch iemand is,
één iemand die hoort en begrijpt en kan helpen
om weer op te staan en verder te leven en te groeien in hoop en vertrouwen
en in het weten dat de Ene er altijd zal zijn en mee zal gaan.
Want door alle angsten heen ben Jij daar. Jij onzichtbare.
Door alle pijn en verdriet heen bij Jij daar, als een kus op mijn tranen.
Als een zonnestraal in de mist, als een waterdruppel in de woestijn.
Door alle eenzaamheid heen bij Jij daar als een stem die mij bij naam noemt.
Jij bent er als een teken van leven doorheen elke mens
die mijn roepen hoort en met mij gaat.
Jij bent er, wonderlijke, vreemde afwezigheid…
Jij laat mij nooit alleen.

De appelboom en de perenboom…
Ik dacht dat ik ze kende, tot ik op een dag het wonder zag!
Ze stonden met hun voeten in dezelfde grond,
met hun hoofd in dezelfde lucht, in dezelfde zon en dezelfde regen.
En de appelboom maakte appels
en de perenboom, tien meter verder, maakte peren.
Heel normaal, zeiden de mensen.
Maar ik kon mijn ogen niet geloven.
Met hetzelfde, wat ze haalden uit dezelfde grond,
uit dezelfde lucht, dezelfde zon en dezelfde regen,
maakte de ene boom appels en de andere maakte peren…
en die zijn verschillend van vorm en kleur, van geur en smaak.
Zo een wonder had ik nog nooit gezien!

Bomen zijn vrienden van mensen,
zij kunnen ons heel wat leren,
praat eens met een boom…
Als God aan je levensboom schudt,
zodat de bladeren afvallen,
wat wil Hij dan anders dan dat je,
doorheen de nu kaal geworden takken,
duidelijker , de hemel zou zien.
(Friedrich von Bodelschwinger)

Velen zeggen hoe we 'moeten' zijn.
Anderen eisen wat wij 'moeten' zijn.
Sommigen vragen dat we zo zouden zijn.
Enkelen hopen dat we beter zullen zijn.
Weinigen begrijpen waarom we zo zijn.
Een paar mensen zijn blij omdat wij er zijn.
Iemand is er, God, Hij aanvaardt ons zoals we zijn!
(Frans Weerts)
Glasraam Salvatorklooster, Hasselt